Mijn ouders trokken al snel aan de bel toen ik begon af te vallen. Na zo’n drie maanden zat ik bij de huisarts, en weer drie maanden later begon mijn behandeling in een eetstoorniskliniek. Maar eerlijk? Zelf was ik daar nog helemaal niet klaar voor. Mijn eetstoornis gaf me op dat moment nog houvast en controle. Eten deed ik vooral om mijn ouders gerust te stellen, niet voor mezelf.
Langzamerhand, tijdens mijn herstel, merkte ik dat die controle eigenlijk een illusie was. Stap voor stap ging ik zien wat anorexia me eigenlijk kostte. Herstellen werd iets wat ik niet langer alleen voor anderen deed, maar ook voor mezelf.
In mijn proces heb ik geleerd dat veel mensen met anorexia door drie fasen gaan voordat ze echt kunnen denken aan herstel.
Fase 1: “Er is niets aan de hand”
Je wordt niet wakker met een eetstoornis. Het sluipt erin, vaak zonder dat je het doorhebt. Bij mij begon het met liefdesverdriet. Ik verloor een paar kilo en dacht: mooi meegenomen. Maar voordat ik het wist, zat ik verstrikt in de tentakels van anorexia.
Misschien begint het bij jou met een dieet, wat gezonder eten, of wat meer sporten. Eerst lijkt het onschuldig, zelfs goed. Je krijgt misschien complimentjes over je gewicht, en dat voelt fijn. Maar al snel begint dat afvallen je steeds meer controle te geven. Het lijkt een oplossing voor onzekerheden of problemen in je leven.
Waarom voelt dit zo goed?
De eetstoornis lijkt je grip te geven. Je krijgt schijncontrole over iets wat je ‘goed’ kunt doen. Je voelt je misschien sterker, zekerder en beter over jezelf. Maar dat vertrouwen is een illusie. Het is schijncontrole en schijnzekerheid. Er is wél wat aan de hand!
Fase 2: De neerwaartse spiraal: “Het gaat niet zo goed met me”
Langzaam maar zeker neemt de anorexia steeds meer ruimte in. Je denkt constant aan eten, niet eten, calorieën tellen en afvallen. Het wordt een obsessie.
Ik herinner me hoe ik bang was om aan te komen. De weegschaal bepaalde mijn dag en ik deed er alles aan om het getal omlaag te krijgen. Maar het was nooit goed genoeg. Als het minder was wilde ik nóg minder. Het leven draaide alleen nog maar om controle.
De gevolgen lieten niet lang op zich wachten:
- Mijn menstruatie bleef uit.
- Ik kreeg overal donshaartjes omdat mijn lichaam zichzelf niet meer warm kon houden.
- Mijn haar viel uit.
- Ik voelde me altijd koud, moe en alleen.
Sociale momenten werden ook moeilijk. Mijn vriendinnen wilden naar de stad, kleding passen of naar de McDonald’s. Dingen doen die jonge meiden deden. Maar ik wilde niets liever dan thuisblijven, weg van de spiegels, het eten en de druk. Ik voelde me eenzaam en ongelukkig, maar het idee om mijn eetstoornis los te laten was nóg enger.
Fase 3: Bodem bereikt: “Ik kan zo niet verder”
Dit is het moment waarop alles donker en uitzichtloos voelt. Misschien voel je dat je leven geen zin meer heeft, dat je jezelf en je lichaam kapotmaakt. Dit is vaak het dieptepunt, maar ook het keerpunt.
Voor sommigen komt dit moment na jaren, wanneer de fysieke en mentale schade onhoudbaar wordt. Voor anderen komt het sneller, zoals bij mij, omdat mijn ouders vroeg ingrepen. Wat jouw situatie ook is: dit dieptepunt kan het begin zijn van iets nieuws.
Je beseft dat anorexia niet de oplossing is, maar het probleem. Je wilt weer leven, genieten en vrij zijn.
Dit is het moment waarop je de keuze maakt:
- Blijf je vasthouden aan de eetstoornis en alles wat het van je vraagt?
- Of kies je voor een leven waarin jij, niet anorexia, de regie hebt?
Wat herstel van anorexia je brengt
Ik wens dat jij de weg van het leven kiest. Want ook al voelt alles nu zwart, zwaar en uitzichtloos, er is een leven na anorexia. Stel je eens voor:
- Vrijheid: Geen restricties, geen schuldgevoelens, maar eten en doen waar je zin in hebt.
- Energie: Je lichaam kan sterker worden, je kunt je weer fit en gelukkig voelen.
- Sociale momenten: Etentjes, weekendjes weg of zomaar een spontane borrel. Gewoon keigezellig.
- Je toekomst: Een studie, een baan, misschien een gezin.
Ikzelf heb kunnen studeren, ben op vakantie gegaan met vriendinnen, heb uiteindelijk Jules ontmoet en mocht moeder worden van Fien. En ik kan nu zeggen: ik geniet.
Waar je nu ook staat, in welke fase dan ook, het is het moment om te beseffen dat anorexia niet de oplossing is. Deel je zorgen met iemand die je vertrouwt, reik uit en zoek hulp.
Let’s go.